Buitenlands / zwart vermogen en de inkeerregeling
Zwart geld wordt niet langer geaccepteerd door de internationale rechtsorde en stond daarom de laatste jaren hoog op hun agenda. Zwart geld is vermogen dat ten onrechte niet in de aangifte is opgenomen en daarmee (al dan niet opzettelijk) buiten het oog van de Belastingdienst wordt gehouden. Over zwart geld wordt geen belasting of andere heffingen, zoals premies volksverzekeringen, betaald. Veelal werd dit vermogen ondergebracht op buitenlandse bankrekeningen (nummerrekeningen) of in rechtsvormen zoals een Liechtensteinse Stiftung of een trust.
Het (einde van het) bankgeheim
Het vermogen kon relatief eenvoudig buiten het zicht van de Belastingdienst blijven vanwege het bankgeheim dat een aantal landen binnen Europa hanteerde. Het bankgeheim betekent dat de banken geen informatie verstrekken aan derden over hun klanten en de tegoeden van die klanten. Dit bankgeheim is de laatste jaren zwaar onder druk komen te staan. Dat heeft onder meer geresulteerd in een nieuwe wereldwijde standaard die sinds juli 2014 geldt. Te weten de automatische gegevensuitwisseling. Daarvoor gold de uitwisseling van gegevens op verzoek bij een vermoeden van belastingontduiking. Die nieuwe standaard is aanleiding geweest voor een nieuwe richtlijn op grond waarvan de Europese Lidstaten (met uitzondering van Oostenrijk) elkaar automatisch gegevens zullen verstrekken over belastingtijdvakken vanaf 1 januari 2016. Ook worden steeds meer verdragen gesloten waarbij gegevens automatisch uitgewisseld worden. Daaronder de beruchte FATCA op grond waarvan Nederland en de Verenigde Staten sinds september 2015 automatisch gegevens uitwisselen. Als ook de overeenkomsten tot automatische gegevensuitwisseling die zijn gesloten tussen de Europese Unie en Zwitserland (eind mei 2015) respectievelijk Liechtenstein (eind oktober 2015). De fiscus krijgt dus steeds meer mogelijkheden belastingontduiking op te sporen en zo wordt, sneller dan verwacht, het net om zwart vermogen gesloten.
Wanneer moet (spaar)geld opgenomen worden in de belastingaangifte?
Maar moet (spaar)geld altijd opgenomen worden in een aangifte en wat zijn de gevolgen van het hebben van ten onrechte niet aangegeven (spaar)geld? En wat kunt u doen om dit op te lossen? Als iemand volgens de fiscale regelgeving in Nederland woont, moet in de aangifte inkomstenbelasting het wereldvermogen worden opgenomen, daaronder het (spaar)geld op een buitenlandse bankrekening. Als het (spaar)geld is ondergebracht in bijvoorbeeld een (Liechtensteinse) Stiftung, trust, of Antilliaanse Stichting Particulier Fonds kan dat anders liggen. Bij deze rechtsvormen zijn een inbrenger, één of meer begunstigden en een beheerder van het vermogen / bestuur betrokken. De inbrenger draagt het vermogen over aan één van de genoemde rechtsvormen ten gunste van de begunstigden, waarmee de afscheiding van het eigen vermogen van de inbrenger wordt bewerkstelligd. Veelal werd daarom geen belasting over dat vermogen betaald. Het verbaast dan ook niet dat dit zogenoemde afgescheiden vermogen voor de Staat een doorn in het oog is. Om zicht te krijgen op afgescheiden vermogens wordt sinds jaar en dag in de aangifte inkomstenbelasting de vraag gesteld of de belastingplichtige betrokken is bij een dergelijk afgescheiden particulier vermogen. Volgens de wetgever kwalificeert het ten onrechte niet melden van betrokkenheid bij dergelijke rechtsvormen als het doen van een onjuiste aangifte inkomstenbelasting. Dit standpunt is echter discutabel. Dat geldt ook voor de fictie die sinds 2010 in de Wet Inkomstenbelasting is opgenomen en op grond waarvan afgescheiden vermogen eenvoudigweg aan de inbrenger wordt toegerekend en daarom in de aangifte inkomstenbelasting van de inbrenger moet worden aangegeven. Er wordt met andere woorden door de wetgever gedaan alsof de entiteit niet bestaat. Een standpunt dat zeer discutabel is. In het bijzonder voor de jaren vóór 2010. Bent u betrokken bij een afgescheiden vermogen en heeft u een vragenbrief van de Belastingdienst ontvangen om informatie te verstrekken ten aanzien van uw betrokkenheid daarbij? Neem dan contact met BeuneFaber Advocaten – Belastingkundigen op voor meer informatie.
Gevolgen van een onjuiste belastingaangifte
Als bewust onjuist aangifte wordt gedaan, worden meerdere strafbare feiten gepleegd, daaronder valsheid in geschrifte en witwassen. Het Openbaar Ministerie kan besluiten het onjuist doen van aangifte strafrechtelijk te vervolgen. Daartoe zal het Openbaar Ministerie moeten bewijzen dat bij het doen van onjuiste aangifte opzet of grove schuld kan worden verweten. Als het Openbaar Ministerie dat bewijs niet rond kan krijgen, zal de Belastingdienst de zaak bestuursrechtelijk afdoen. Daarbij zal de belasting die op grond van de wet nog kan worden geheven alsnog moeten worden betaald, vermeerderd met een boete. Als ten onrechte geen of te weinig inkomstenbelasting is afgedragen vanwege niet opgegeven buitenlands vermogen (dat wil zeggen box 3-vermogen, oftewel inkomen uit sparen en beleggen) kan de Belastingdienst een boete opleggen van maximaal 300% van de verschuldigde belasting. Bij overige heffingen, zoals vennootschapsbelasting en omzetbelasting, geldt een maximum boete van 100% van de verschuldigde belasting. Strafrechtelijke vervolging alsmede de maximale boete kunnen echter worden voorkomen door een beroep te doen op de inkeerregeling.
Wat is een inkeerregeling?
Bij een beroep op de inkeerregeling doet de belastingplichtige uit eigen beweging en tijdig alsnog aangifte dan wel wordt de eerdere onjuiste aangifte verbeterd. Zoals gezegd worden daarmee strafvervolging alsmede de eerdergenoemde maximale boetes voorkomen. Ook bij een beroep op de inkeerregeling moet echter de belasting worden betaald die nog kan worden geheven. Bovendien zal een beroep op de inkeerregeling niet kunnen voorkomen dat de Belastingdienst een boete oplegt. Die boete is echter aanmerkelijk lager dan de maximale boete die kan worden opgelegd als niet (tijdig) wordt ingekeerd. Op dit moment is de boete bij een tijdige inkeer voor buitenlands vermogen / box 3-vermogen vastgesteld op 120% van de verschuldigde belasting. Met ingang van 1 januari 2018 wordt de inkeerregeling echter afgeschaft voor wat betreft buitenlands vermogen / box 3-vermogen. Dat wil zeggen voor aangiften die ná 1 januari 2018 worden ingediend. Voor aangiften die vóór 1 januari 2018 zijn ingediend, of ingediend hadden moeten worden, blijft de oude inkeerregeling gelden. Wilt u weten of u onjuist aangifte heeft gedaan en of u nog een beroep kunt doen op de inkeerregeling en wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn? Neem dan contact met ons op.
Hoe moet ik mijn belastingaangifte verbeteren?
Een beroep op de inkeerregeling klinkt misschien heel eenvoudig. Daarin schuilt echter meteen het gevaar. Een beroep op de inkeerregeling wordt namelijk niet zonder meer door de Belastingdienst gehonoreerd. Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden riskeert men alsnog strafrechtelijke vervolging dan wel de maximale boete. Het gebruik maken van een inkeerregeling moet niet worden onderschat. Telkens blijkt dat men zich de consequenties van de inkeerregeling of een onjuist ingevulde aangifte inkomstenbelasting niet heeft gerealiseerd. Zo dient de aangifte inkomstenbelasting ook als grondslag voor vele sociale voorzieningen. Dat wordt veelal vergeten. Ook komt vaak voor dat het vermogen is geërfd. Volgens de huidige wetgeving mag de Belastingdienst dan zonder meer een aanslag erfbelasting opleggen. Dat is echter zeker geen uitgemaakte zaak.
Hulp bij corrigeren belastingaangifte
Ervaring leert ons dat het, ter voorkoming van verrassingen maar ook ter voorkoming dat ten onrechte te veel belasting betaald wordt, verstandig is zich voorafgaand aan een vrijwillige verbetering (inkeerregeling) te laten informeren door een advocaat. Wij adviseren alleen een advocaat te benaderen voor bijstand bij dit proces. Advocaten kunnen zich namelijk beroepen op hun verschoningsrecht. Op grond van het verschoningsrecht heeft een advocaat het recht geen antwoord te geven op vragen als hij/zij als getuige ondervraagd wordt. Dit geldt niet voor een (belasting)adviseur. Deze is bovendien op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)) verplicht zwart vermogen aan de overheid te melden. Dat is van belang omdat ná die melding zeer waarschijnlijk geen beroep meer kan worden gedaan op de inkeerregeling.
Kortom, wilt u uw aangifte corrigeren en gebruik maken van een inkeerregeling, laat u dan goed voorlichten.
Heeft u hulp nodig of wilt u nadere informatie? Neem dan contact met ons op.